De kindsheid van Jezus
De tien beschilderde beelden afkomstig van een neogostisch retabel stellen de kindsheid van Jezus voor.
De beeldengroep bestaat uit onder meer een Jezuskribbe met Maria en Jozef biddend, enkele herderfiguren, de aanbidding van de drie wijzen, het huwelijk van Maria en Jozef en Jezus en Maria aan het sterfbed van Jozef. Ook de vlucht naar Egypte en Jozef en Maria, met het iets groter kind Jezus op een ezel zijn van de partij.
Enkel in het evangelie van Mattheüs wordt de vlucht naar Egypte verteld (Mattheüs 2, 13-23). Toen Koning Herodes tot de vaststelling was gekomen dat hij door de wijzen om de tuin was geleid, stuurde hij zijn troepen naar Bethlehem met de opdracht om in heel de omgeving alle jongetjes van twee jaar en jonger te vermoorden. Op die manier hoopte hij het kind over wie de wijzen hem verteld hadden, uit te schakelen. Eén dag voor de moord zou plaatsvinden, werd Jozef echter in een droom door een engel gewaarschuwd. Jozef zadelde de ezel en de Maria, Jozef en het pasgeboren kind vertrokken andermaal voor een lange, onzekere tocht.
Een reis vol wonderen
Legenden borduren verder op deze Bijbeltekst en verhalen over de verschillende wonderen die tijdens deze reis plaatsvonden. Het zijn ook deze verhalen die van invloed zijn geweest op de voorstelling van het motief in de kunsten. Op de rust tijdens de vlucht naar Egypte boog een palmboom wonderbaarlijk naar het Kind Jezus om het gezelschap van dadels te voorzien, een waterbron in de woestijn begon spontaan te spuiten, en heidense standbeelden vielen van hun sokkel toen Jezus passeerde. Taferelen van de rust tonen een spelende Jezus, Maria die de was doet of kleren verstelt, en Jozef die de ezel verzorgt. Populair was ook de ontmoeting met Johannes de Doper, die eveneens op wonderbaarlijke wijze van de kindermoord gered en naar de Heilige Familie gebracht werd.
Onderweg troffen ze ook de twee dieven, die later naast Jezus zouden worden gekruisigd. Verschillende wonderbaarlijke genezingen en duiveluitdrijvingen vonden plaats. Soms worden de vluchtelingen vergezeld door de zonen van Jozef, of reist Salomé als vroedvrouw met het gezelschap mee. En soms zien we de ezel zelfs vergezeld door leeuwen, panters en wolven; alle roofdieren lopen vreedzaam naast de ossen en schapen waarmee het kleurrijke gezelschap de woorden van de profeet vervult: “Wolven zullen samen met lammeren grazen; en de leeuw eet hooi zoals het rund (Jesaja 65, 25).”
Jozef, Maria en Jezus bleven drie jaar in Egypte. Daarna keerden ze terug om zich uiteindelijk in Nazareth te vestigen. Soms per boot, maar meestal toch met hun trouwe ezel.