Dit jaar geen traditionele kerstwens. Eerder een atypische wens. We wensen jou een blik gericht naar boven. We hopen dat je in het nieuwe jaar af en toe mag stilvallen en vol verwondering mag rondstaren naar al het moois dat je omringt. Laat je raken door de schoonheid in de kleine dingen. En wie weet kom je plots, heel plots, iets nieuws tegen... want de wereld zit vol verborgen schatten.

Het hemelgat in een kerk

Hemelvaartsdag was tijdens de late middeleeuwen voor verschillende grote kerken de aanleiding voor een bijzondere ceremonie. Na de middag trok zich in de kerk een processie met priesters, diakens, misdienaars en koorzangers op gang, waarbij een beeld van de verrezen Christus werd meegedragen. Op een bepaald moment zou men dit beeld – onder het zingen van het antifoon Ascendo ad patrem (Ik stijg op naar mijn Vader) – met een touw omhoog hijsen tot het in een opening in het gewelf verdween. De vroegste sporen van dergelijke theatrale vormen van liturgie, ook wel liturgische spelen, gaan terug tot het begin van de 13de eeuw, met de bedoeling het heilsgebeuren ook voor de ongeletterde gelovige aanschouwelijk voor te stellen. Men vindt hiervoor aanwijzingen in eigentijdse liturgische draaiboeken en kostersboeken, maar ook in kerkrekeningen en andere archiefbronnen.

Parcum Aarschot B 12383

In vele kerken is in het gewelf ook nog het ‘hemelgat’ zichtbaar, waar het beeld van de verrezen Christus doorheen werd gehesen. Het hemelgat is doorgaans een rechthoekige of ronde opening in het midden of in één van de schelpen van het gewelf, meestal gesitueerd in de laatste travee van het schip van de kerk. Maar lang niet elke opening in het kerkgewelf is een hemelgat. Vele gaten in het gewelf hadden vooral een praktisch nut, bijvoorbeeld als klokkengat voor het optakelen, vervangen en herstellen van klokken of als hijsgat voor bouwmaterialen en gereedschap voor onderhoud en herstellingen aan gewelven of daken. De functie als ‘hemelgat’ wordt in veel gevallen aangetoond en versterkt door de aanwezigheid van gewelfschilderingen met musicerende engelen, wolken of sterren.

Behalve op Hemelvaartsdag gebruikte men het hemelgat ook bij andere gelegenheden. Op Pinksteren werd vanuit hetzelfde gat een gebeeldhouwde of soms levende duif als symbool van de heilige Geest neergelaten en strooide men zelfs brandende papiertjes en rode bloemen als vurige tongen over de hoofden van de gelovigen. In sommige kerken waagde men het zelfs tijdens de liturgie van de Gulden Mis in de advent een zingende koorknaap als de engel Gabriël uit de hoogte neer te laten.

Protestantse hervormers namen aanstoot aan dergelijke praktijken. Hoewel de katholieke kerk deze theatrale liturgische spelen nog lange tijd gedoogde omwille van hun didactische functie, verdween het liturgisch gebruik van de hemelgaten vanaf de 17de eeuw nagenoeg volledig in onze gewesten. In Zuid-Duitsland en Oostenrijk bleef het echter nog tot diep in de 18de eeuw doorleven. De Weense toneelauteur en journalist Joseph Richter geeft in 1784 in zijn Bildergalerie Katholische Misbräuche een zeldzaam en eerder sarcastisch gekleurd beeld van dergelijke spektakels.

Zelfs vandaag kan je nog getuige zijn van dergelijk bijzonder liturgisch spektakel. In de Spaanse stad Elche wordt nog elk jaar op de vooravond en de feestdag van Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart het Misteri d’Elx opgevoerd. Dit in oorsprong middeleeuws liturgisch drama ensceneert in zang, muziek en toneel het verhaal van de dood, de tenhemelopneming en kroning van Maria. Vanuit het hemelgat in het plafond van de kerk daalt op een bepaald moment een zingende koorknaap als engelfiguur in een zich langzaam openende granaatappel naar beneden. Langs dezelfde weg rijst later het beeld van Maria, vergezeld van verschillende musicerende figuranten, ten hemel en wordt er onder het strooisel van gouden glitters gekroond. Het mysteriespel van Elche werd in 2001 opgenomen in de UNESCO-lijst van immaterieel erfgoed van de mensheid.

Intussen zijn in vele middeleeuwse kerken in Duitsland en Nederland hemelgaten herontdekt op basis van bouwhistorisch en iconografisch onderzoek. In Vlaamse kerken lijken aanwijzingen van de aanwezigheid of het gebruik van hemelgaten in kerken eerder zeldzaam of weinig onderzocht. Pas recent identificeerde kunsthistoricus Jean Luc Meulemeester het middeleeuwse hemelgat in de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Brugge. In de Onze-Lieve-Vrouwekerk in Aarschot werd het nog bestaande hemelgat in een 17de-eeuwse kroniek beschreven als het “gat van de Boetschap oft daer de engel uyt placht te sweven”. Het gebruik om tijdens het Pinksterfeest de vuurrode bloemblaadjes van de zogenaamde sinksenroos door de gaten van de kerkgewelven als vurige tongen te laten neerdwarrelen, zoals in 1840 in Nieuwpoort beschreven, kan beschouwd worden als een late restant van het liturgisch gebruik van de hemelgaten.

Hou dus zeker, bij een volgend kerkbezoek, het gewelf in de ‘gaten’!

Neerdaling van de engel, tafereel uit het mysteriespel Misteri de Elx. © Jose Carlos Diez
Neerdaling van de engel, tafereel uit het mysteriespel Misteri de Elx. © Jose Carlos Diez

Andere interessante blogartikels