
In gesprek met Nadine Iarchy van de joodse eredienst
Vlaanderen telt meer en meer diverse geloofsgemeenschappen. Die diversiteit betekent ook een boeiende en gevarieerde mix van erfgoed: gebouwen, objecten, archieven, bibliotheken en immaterieel erfgoed. Zorg en aandacht voor het religieus erfgoed zijn belangrijk. Zowel voor de geloofsgemeenschappen zelf als voor de bredere samenleving. Maar ook dialoog over dit erfgoed moet opgestart worden. Kennis van elkaars erfgoed stimuleert meerstemmigheid, inclusie en wederzijds begrip. Met het project 'Hemelsbreed. Divers religieus erfgoed in Vlaanderen' brachten KADOC-KU Leuven en PARCUM de erfgoednoden van de erkende erediensten in. Ook de dialoog tussen diverse bevolkingsgroepen startten zij op.
In een reeks van zes getuigenissen laten we elke week iemand van een erkende eredienst aan het woord. Ontdek het verhaal achter twee staven, een gebedsmat, een deurkokertje, een icoon, een kruis en een afroepboek. Deze week: Nadine Iarchy van de joodse eredienst. De getuigenissen verschenen eerder in Koorts. Erfgoedmagazine van KADOC.
Schrijf het op de deurposten van uw huis
Nadine Iarchy maakt deel uit van een van de oudste joodse families van Antwerpen. Ze is al meer dan 35 jaar actief als gids in de Portugese synagoge in de Hoveniersstraat. Ook de andere Antwerpse synagogen kent ze goed. Telkens opnieuw laat ze haar toehoorders, zowel kinderen als volwassenen, met veel enthousiasme kennismaken met de joodse geschiedenis en cultuur. ‘De mezoeza’s zijn de objecten waarover ik het vaakst vragen krijg. Op weg naar de synagoge hebben de bezoekers ze her en der in de joodse buurt zien hangen’, vertelt Nadine. ‘Een van hun eerste vragen is steeds weer: “Wat zijn die scharnieren?” En dan leg ik uit dat het geen scharnieren zijn, maar kokers.’
De mezoeza is een tekstkokertje dat op de rechterdeurpost wordt geplaatst bij de ingang van woningen van joodse families en dat een oproep bevat om ‘uw huis te heiligen’. In het kokertje zit een stuk perkament met het Sjema, het belangrijkste joodse gebed, afkomstig uit de Thora. ‘Sjema’ betekent ‘luister’ en daarmee begint het vers ook: ‘Luister, Israël: de Heer, onze God, de Heer is de enige! Heb daarom de Heer, uw God, lief met hart en ziel en met inzet van al uw krachten.’ In de verzen die volgen, worden gelovigen tot tweemaal toe opgeroepen die woorden op de deurposten van hun huis en op de poorten van de stad te schrijven. ‘Het is dus de bedoeling te laten zien dat het om een joods huis gaat en dat in dat huis de regels van de Thora worden gevolgd’, stelt Nadine.

‘Een mezoeza kan vervaardigd zijn uit hout, koper of zelfs zilver. De Israëlische kunstenaar Yaacov Agam ontwierp zelfs een hele mooie collectie in keramiek. Op die manier worden mezoeza’s ook een belangrijk decoratief object bij de ingang van de woning. Veel families brengen ze niet alleen bij de voordeur aan, maar ook op de deurposten van de verschillende kamers, met uitzondering van de badkamer en het toilet.’ Zelf beperkten Nadine en haar echtgenoot zich tot één mezoeza aan de toegangsdeur van hun appartement. Het is er een van de in Duitsland geboren kunstenaar Hans Teppich, die in 1933 naar Jeruzalem migreerde.
Toen ze naar dit appartement verhuisden, brachten ze de mezoeza zelf aan. De rabbijn komt daar niet voor langs. ‘Het mooie is dat er dan een zegening in het Hebreeuws wordt uitgesproken’, vertelt Nadine. Daarin prijst de familie God letterlijk als
diegene die ‘ons opdroeg een mezoeza op de deurposten aan te brengen’.
‘Sommige joden zien het plaatsen van een mezoeza als een soort bescherming voor het huis, maar dat behoort niet tot het officiële geloof. Bij het overlijden van een persoon in het huis of in geval van ziekte, wordt er soms een rabbijn uitgenodigd om te kijken of het perkament niet gescheurd is, want beschadiging zou het onheil kunnen verklaren. Maar ook dat is eigenlijk bijgeloof.’ Een mezoeza blijft in eerste instantie een herinnering aan het Sjema en de beleving ervan in de huiskring. Dat krijgt bij sommige joden ritueel vorm door bij het binnen- en buitengaan de hand te kussen en daarmee de mezoeza aan te raken. Ze doen dat steeds met de rechterhand. ‘Hoe het zit met linkshandigen, weet ik niet’, lacht Nadine.

Hemelsbreed
Met het project Hemelsbreed slaan PARCUM en KADOC-KU Leuven de handen in elkaar. Het erfgoed van de verschillende erkende erediensten en hun specifieke noden werden in kaart gebracht. Het onderzoeksrapport zet de krijtlijnen voor toekomstige initiatieven van beide partners.
Dit artikel verscheen eerder in Koorts. Erfgoedmagazine van KADOC. 20#02
Werkten hieraan mee: Julie Aerts, Joris Colla, Karim Ettourki, Aaldert Prins en Sarah Van Eyken.
Andere interessante blogartikels
Maak kennis met Joël en Freya
Het erfgoedlandschap is altijd in beweging. En dus ook onze organisatie. Dit jaar mogen we Joël Lammeretz en Freya De Cauwer in ons team verwelkomen. Leer hen beter kennen in dit dubbelinterview.

Netwerkmomenten religieus erfgoed: regionaal verbinden en versterken
De regioadviseurs van PARCUM organiseren minstens één keer per jaar een 'netwerkmoment religieus erfgoed' per regio (opgedeeld volgens de bisdomgrenzen). Collega’s Jan, Tom, Lotte, Bert en Judith zorgen voor interessante bijeenkomsten met alle regionale spelers die betrokken zijn bij religieus erfgoed.
Gestolen kelk duikt op in kringloopwinkel
In een kringwinkel in Houthalen-Helchteren is onlangs een gestolen liturgisch object teruggevonden: een kelk met twee opvallende rode ringen. Dankzij de opmerkzaamheid van een regelmatige bezoekster van Reset Kringwinkel is het waardevolle stuk religieus erfgoed inmiddels teruggekeerd naar de kerk van oorsprong.