Marie bellando mitjans 1 Zqu M1n8 G2 M unsplash

In gesprek met Eleonora Hof van de protestantse eredienst copy

19 februari 2021
Geschreven door Julie Aerts

Vlaanderen telt meer en meer diverse geloofsgemeenschappen. Die diversiteit betekent ook een boeiende en gevarieerde mix van erfgoed: gebouwen, objecten, archieven, bibliotheken en immaterieel erfgoed. Zorg en aandacht voor het religieus erfgoed zijn belangrijk. Zowel voor de geloofsgemeenschappen zelf als voor de bredere samenleving. Maar ook dialoog over dit erfgoed moet opgestart worden. Kennis van elkaars erfgoed stimuleert meerstemmigheid, inclusie en wederzijds begrip. Met het project 'Hemelsbreed. Divers religieus erfgoed in Vlaanderen' brachten KADOC-KU Leuven en PARCUM de erfgoednoden van de erkende erediensten in. Ook de dialoog tussen diverse bevolkingsgroepen startten zij op.

In een reeks van zes getuigenissen laten we elke week iemand van een erkende eredienst aan het woord. Ontdek het verhaal achter twee staven, een gebedsmat, een deurkokertje, een icoon, een kruis en een afroepboek. Deze week: Eleonora Hof van de protestantse eredienst. De getuigenissen verschenen eerder in Koorts. Erfgoedmagazine van KADOC.

Vrijheid van geweten en godsdienst

De Nederlandse Eleonora Hof is sinds 2019 predikant van de protestantse kerk in Ieper, die deel uitmaakt van de Verenigde Protestantse Kerk in België (VPKB). ‘De wortels van de huidige kerkgemeente gaan terug tot de nadagen van de Eerste Wereldoorlog’, vertelt ze. ‘Amerikaanse methodisten kwamen naar Ieper om vanuit de Foyer Américain, een sociale kantine, mee te helpen aan de heropbouw van de zwaar verwoeste stad. Na enige tijd werden naast de materiële hulpverlening ook evangeliserende initiatieven ontplooid. Ieper had in het verleden al een protestantse geloofsgemeenschap gehad, maar op het einde van de achttiende eeuw was die verdwenen. Door de komst van de Amerikanen in de stad werd het protestantisme er nieuw leven ingeblazen. Van 1923 tot 1935 hield de kerk haar erediensten in de Foyer Américain. Daarna werd een zaal gehuurd, tot in 1948 een eigen kerk in gebruik werd genomen in de Beluikstraat. In 1996 huldigde de kerkgemeente op dezelfde plaats een nieuw gebouw in.’

© Layla Aerts
© Layla Aerts

Aan de buitenkant van dat huidige kerkgebouw werd een speciaal ontworpen steen ingemetseld met daarop een zogenaamd hugenotenkruis. ‘Zo wilde de geloofsgemeenschap op een subtiele manier tonen dat het gebouw een protestantse kerk was. De acceptatie van protestanten lag toen soms nog moeilijk. Tegenwoordig is dat gelukkig geen probleem meer en zijn ook de letters “Protestantse Kerk” op de gevel aangebracht.’

Het hugenotenkruis werd niet alleen in de gevel van het kerkgebouw verwerkt. Dominee Hof vertelt dat ook heel wat kerkleden een hugenotenkruis als hangertje dragen. ‘Dit is voor hen een teken van toewijding aan het evangelie van Christus én een statement voor vrijheid van geweten en godsdienst.’ De naam ‘hugenoten’ werd vanaf de tweede helft van de zestiende eeuw aan Franse protestanten gegeven door hun katholieke tegenstanders. De protestanten namen die vervolgens over als geuzennaam. Onderdrukking en vervolging deden de hugenoten vluchten naar het buitenland, waar ze hun eigen kerken stichtten. Het zwaartepunt van die migratie lag in de zeventiende eeuw.

HB META 3 israelitisch kopie

Hemelsbreed

Met het project Hemelsbreed slaan PARCUM en KADOC-KU Leuven de handen in elkaar. Het erfgoed van de verschillende erkende erediensten en hun specifieke noden werden in kaart gebracht. Het onderzoeksrapport zet de krijtlijnen voor toekomstige initiatieven van beide partners.

Het hugenotenkruis ontstond in diezelfde eeuw in de Zuid-Franse Cevennen. Omdat het Latijnse kruis symbool stond voor het rooms-katholicisme, kozen de hugenoten voor het Maltezer kruis. De armen van het kruis zijn verbonden door een krans van vier lelies. Die staan voor reinheid en trouw, maar zijn niet toevallig ook het embleem van het Franse koningshuis. Aan het kruis hangt een duif, symbool van de Heilige Geest, van vrijheid en vrede. ‘Vanaf het begin van de twintigste eeuw werd het hugenotenkruis meer en meer een internationaal herkenningsteken van protestanten in Frankrijk, Nederland en België’, verduidelijkt Eleonora.

Het hugenotenkruis speelt ook een bijzondere rol in de relatie tussen de dominee en de Ieperse kerkgemeenschap. De Amersfoortse groeide op in een evangelische kerk en liet zich pas op latere leeftijd dopen in de Protestantse Kerk in Nederland, een zusterkerk van de VPKB. Zich laten dopen en de geloofsbelijdenis afleggen, waren voor haar een duidelijke publieke getuigenis van haar geloof. Ze kreeg als geschenk van de plaatselijke kerk een hugenotenkruisje, dat ze sindsdien altijd draagt. ‘Elke keer als ik het om mijn nek zie, herinnert het mij aan mijn doop. Het is een onlosmakelijk deel van mijn identiteit geworden.’ Toen tijdens een verkennend gesprek als kandidaat-predikant in Ieper bleek dat veel van de gespreksgenoten ook zo’n hangertje droegen, was dat een verbindend moment. ‘Het kruis betekende voor hen ook heel veel. Ik zag hierin een bevestiging, een geestelijke match.'

Dit artikel verscheen eerder in Koorts. Erfgoedmagazine van KADOC. 20#02
Werkten hieraan mee: Julie Aerts, Joris Colla, Karim Ettourki, Aaldert Prins en Sarah Van Eyken.

Andere interessante blogartikels