Het museum PARCUM bevindt zich in de Abdij van Park. Je kan er naast tijdelijke tentoonstellingen ook de historische ruimtes van de abdij bezoeken. In 2011 kwam de hele abdijsite in erfpacht bij de Stad Leuven en op vraag van de paters norbertijnen werd een innovatief masterplan uitgewerkt. Sinds 2012 is een grondige restauratie van de Abdij van Park aan de gang. Als referentiepunt werd geopteerd voor de toestand van de 18de eeuw. In die periode vonden ingrijpende werken plaats en hebben ook de interieurs grondige veranderingen ondergaan. Maar toch ontdek je hier en daar elementen die ouder zijn.

De grootse restauratiecampagne geeft steeds meer, vaak eeuwenlang verborgen geheimen van het monument prijs. Pareltjes uit verschillende bouwperiodes. In deze rubriek nemen we je elke week mee langs verschillende van deze verborgen schatten.

Watervoorziening in de abdij

Abdijen werden gesticht waar er voldoende zuiver en goed water voorradig was. In de Abdij van Park was dat niet anders. Gelegen in de vallei van de Molenbeek, in een gebied waar spontane grondwaterbronnen voorkomen, vormde water nooit een probleem. Niet voor niets groeide het abdijdomein in de 20ste eeuw uit tot een belangrijk waterwingebied. De norbertijnen hadden water nodig voor de keuken, de brouwerij, de wasserij, de infirmerie, de watermolen, de boerderij, en de bevloeiing van de riolen van het klooster. Ze beseften al van in de middeleeuwen dat een minimum aan hygiëne belangrijk was.

Het waterbekken dat naast de huidige toegangsdeur van de refter staat, gaat terug tot de 16de eeuw en diende uiteraard om de handen te wassen alvorens aan tafel te gaan. Het werd uitgevoerd in blauwe steen door het atelier van de Waalse steenhouwer Jacquemart Boulle. Het vervangt wellicht een vroegere variant waarvan we de inplanting niet exact kennen. Misschien stond deze eerste lavabo recht tegenover de oorspronkelijke middeleeuwse toegangsdeur van de refter? De originele plaats van deze toegang is thans onduidelijk.

De huidige portiek met sierlijke sluitsteen en vermelding van het jaartal 1638 is in elk geval jonger en dateert van de bouwcampagne 1635-1644, toen het pand aangepakt werd onder leiding van bouwmeester Joris Nempe. Een koperen buis verbond de lavabo met een oude waterput in de onderliggende kelder. Deze put, uitgevoerd in zorgvuldig gekapte witte natuursteen, is ongeveer acht meter diep en reikt nog altijd tot aan de natuurlijke watertafel. Hij zorgde eveneens voor de watertoevoer naar de keuken. De sierlijke gotische spitsbogen achter het bekken en de duidelijke polychrome sporen in groene tinten suggereren de afwerking van het interieur van het pand rond 1300, maar om echt zekerheid te krijgen over het uitzicht van de kloostergangen in de middeleeuwen, zijn uitgebreider archeologisch en bouwhistorisch onderzoek noodzakelijk.

Met dank aan de bevindingen van Frans Doperé, bouwhistoricus en natuursteenspecialist.

© Cedric Verhelst
© Cedric Verhelst
Zuidelijke pandgang Abdij van Park © Cedric Verhelst
Zuidelijke pandgang Abdij van Park © Cedric Verhelst

Andere interessante blogartikels