Het museum PARCUM bevindt zich in de Abdij van Park. Je kan er naast tijdelijke tentoonstellingen ook de historische ruimtes van de abdij bezoeken. In 2011 kwam de hele abdijsite in erfpacht bij de Stad Leuven en op vraag van de paters norbertijnen werd een innovatief masterplan uitgewerkt. Sinds 2012 is een grondige restauratie van de Abdij van Park aan de gang. Als referentiepunt werd geopteerd voor de toestand van de 18de eeuw. In die periode vonden ingrijpende werken plaats en hebben ook de interieurs grondige veranderingen ondergaan. Maar toch ontdek je hier en daar elementen die ouder zijn.

De grootse restauratiecampagne geeft steeds meer, vaak eeuwenlang verborgen geheimen van het monument prijs. Pareltjes uit verschillende bouwperiodes. In deze rubriek nemen we je elke week mee langs verschillende van deze verborgen schatten.

Een laatste rustplaats

Na de Franse Revolutie werden alle kerkelijke instellingen en kerken gesloten, dus ook de Abdij van Park. In 1801 sloot Napoleon echter een concordaat met de paus waardoor de parochiekerken weer open mochten voor de eredienst. De norbertijnen vonden een oplossing door hun abdijkerk tot parochiekerk te verklaren en zich als helpers van de pastoor te laten inschrijven. Zo werd de oude abdijkerk in 1803 de zetel van de nieuwe parochie Sint-Jan-Evangelist. De parochianen wilden het liefst begraven worden in hun eigen parochie, dus zorgden de norbertijnen voor een kerkhof. Het parochiekerkhof werd ingericht omstreeks het midden van de 19de eeuw, aan weerszijden van het hellend kasseipad naar de kerk. In de beginjaren was er nog geen duidelijk plan voor de schikking van de graven. De grafstenen liggen dan ook kriskras door elkaar.

Al snel ontdekten welgestelde mensen van buiten de parochie dat het goed rusten was in de schaduw van de abdijkerk. Er kwamen aanvragen van adellijke families, Franssprekende bourgeoisie, politici van de christelijke zuil en professoren. Ook de Leuvense kloosterorden en congregaties wilden er graag een plekje. Niet minder dan 25 Leuvense religieuze gemeenschappen kregen er elk een eigen perceel. Omdat alsmaar meer mensen van buiten de parochie een laatste rustplaats in de Abdij van Park wensten, moest het kerkhof uitgebreid worden. De norbertijnen stelden hun boomgaard ter beschikking en er werd een scheidingsmuur gebouwd tussen de kerk en de abdijmuur. Tijdens het interbellum volgde een tweede uitbreiding. Hier liggen de graven in ordelijke rijen ruggelings tegen elkaar, gescheiden door rechte paadjes. Beide percelen zijn met elkaar verbonden via een doorgang in de oude abdijmuur.

© Cedric Verhelst
© Cedric Verhelst
© Cedric Verhelst
© Cedric Verhelst

Andere interessante blogartikels