Het museum PARCUM bevindt zich in de Abdij van Park. Je kan er naast tijdelijke tentoonstellingen ook de historische ruimtes van de abdij bezoeken. In 2011 kwam de hele abdijsite in erfpacht bij de Stad Leuven en op vraag van de paters norbertijnen werd een innovatief masterplan uitgewerkt. Sinds 2012 is een grondige restauratie van de Abdij van Park aan de gang. Als referentiepunt werd geopteerd voor de toestand van de 18de eeuw. In die periode vonden ingrijpende werken plaats en hebben ook de interieurs grondige veranderingen ondergaan. Maar toch ontdek je hier en daar elementen die ouder zijn.

De grootse restauratiecampagne geeft steeds meer, vaak eeuwenlang verborgen geheimen van het monument prijs. Pareltjes uit verschillende bouwperiodes. In deze rubriek nemen we je elke week mee langs verschillende van deze verborgen schatten.

Schuld en boete

In het vroege voorjaar van 2015 werden tijdens de interieurrestauratie van de grote zaal in de westvleugel een aantal merkwaardige en tot dusver onbekende muurschilderingen ontdekt. Deze schilderingen, uitgewerkt in grisailletechniek, tonen scènes uit het leven van de Bijbelse koning David, oorspronkelijk voorzien van een opschrift en op de dagkanten van de vensters geflankeerd door vruchten- en bloemenslingers.

In het eerste tafereel knielt koning David berouwvol en smekend neer voor een engel met een zwaard die boven zijn hoofd zweeft. Koning David had een volkstelling gehouden van alle weerbare mannen in Israël en had hiermee het vertrouwen van Jahweh geschonden. Jahweh zond als straf een grote pestepidemie over het volk van Israël. Toen de engel des doods ook de stad Jeruzalem wilde treffen, toonde koning David berouw en smeekte Jahweh zijn volk te sparen.

Het tweede tafereel stelt de ontmoeting voor van koning David met zijn soldaat Uriah. Uriah de Hettiet vocht onder leiding van generaal Joab tegen de Ammonieten. Tijdens zijn afwezigheid had koning David zijn oog laten vallen op de bevallige vrouw van Uriah, Batseba. Hij nam haar in huis en maakte haar zwanger. Om zijn wandaad te verdoezelen ontbood de koning Uriah naar Jeruzalem en gaf hem een brief mee bestemd voor Joab, waarin opdracht werd gegeven Uriah in de frontlinie op te stellen opdat hij zeker zou sneuvelen. Dat gebeurde en koning David huwde Batseba. Dit wekte de toorn van God. Het kind dat Batseba baarde, stierf kort na de geboorte. De muurschildering toont het moment waarop koning David de noodlottige brief aan zijn soldaat Uriah overhandigt.

© Cedric Verhelst
© Cedric Verhelst

De twee bewaarde muurschilderingen maakten oorspronkelijk deel uit van een grotere reeks, die de boetepsalmen van koning David illustreren, een selectie waarvan traditioneel wordt aangenomen dat koning David ze neerschreef als boetedoening voor de verschillende misstappen en zonden in zijn leven. Deze taferelen worden ook aangetroffen in laatmiddeleeuwse getijdenboeken. In de context van de grote zaal van de prelatuur, de vroegere ontvangstzaal van de abt, kan de monumentale voorstelling van deze cyclus begrepen worden als een morele aansporing tot nederigheid en gehoorzaamheid voor de abt en zijn machtige gasten. De muurschilderingen werden vermoedelijk gemaakt onder abt Lodewijk van den Berghe (1543-1558), van wie bekend is dat hij de leegstaande prelatuur opnieuw ging bewonen en herinrichtte. De kleurrijke plafondschildering met bloemenranken en vogels, die nagenoeg intact boven het 18de-eeuwse plafond werd aangetroffen, zou uit dezelfde tijd stammen.

Andere interessante blogartikels