Ken jij de monastieke gebarentaal?
Europees netwerk voor immaterieel erfgoed van kloosters en abdijen kwam samen in de Abdij van Sept-Fons (Frankrijk)
Een aantal Europese erfgoedorganisaties die zich bezighouden met het immaterieel erfgoed van kloosters en abdijen wisselen al sinds 2021 op regelmatige basiskennis en ideeën uit. Zo ontstond er een duurzaam netwerk waaraan naast PARCUM ook de Spaanse organisatie Fundación De Clausura, de Franse stichting Fondation des Monastères, de Italiaanse universiteiten van Bologna en Turijn en de Duitse universiteit van Halle-Wittenberg deelnemen. De leden van het netwerk doen aan onderlinge kruisbestuiving en versterken elkaar op die manier bij de zorg voor het immaterieel erfgoed van kloosters en abdijen.
Het netwerk kwam van 23 tot 27 oktober samen in de Franse Trappistenabdij Sept-Fons in Dompierre-sur-Besbre. De Abdij van Sept-Fons werd gesticht in 1132. Vandaag is er nog een levende gemeenschap aanwezig die heel wat immaterieel erfgoedpraktijken beoefent zoals het zingen van getijdengebed, het beoefenen van kloosterambachten, het manueel luiden van de klokken, ... De monniken van Sept-Fons beoefenen daarnaast een minder gekende praktijk, de monastieke gebarentaal. Deze praktijk is in veel abdijen en kloosters in onbruik geraakt na het Tweede Vaticaanse Concilie, maar in Sept-Fons is er nog veel kennis aanwezig.
De monastieke gebarentaal is ontstaan uit de noodzaak om de stilte te bewaren in de context van het contemplatieve leven van Benedictijnen en Trappisten. Af en toe moest er toch iets gezegd worden en daarvoor ontwikkelden de religieuzen een eigen gebarentaal. Deze gebarentaal is universeel waardoor bijvoorbeeld een monnik uit Frankrijk perfect kan communiceren met een Spaanse of Duitse confrater. Elke orde heeft een eigen gebarentaal, maar er is ook een gemeenschappelijke basiswoordenschat die bij bijna alle ordes voorkomt.
Hoe zien die gebaren eruit? De meeste gebaren hebben een rechtstreekse link met waar het gebaar voor staat. Een voorbeeld is het gebaar voor ‘wijn’: met de vingertop de neus aanraken, want je neus wordt wel eens rood bij het wijn drinken. Ook elke broeder of zuster had een eigen gebaar. Je kan dit een beetje vergelijken met de ‘totem’ bij de scouts. Het gebaar had vaak iets te maken met een kenmerk van de broeder of zuster in kwestie.
Ook in Vlaanderen zijn er kloosters waar de monastieke gebarentaal beoefend werd. De kennis hierover is echter snel aan het verdwijnen als gevolg van de vergrijzing bij de religieuzen. Vooral Trappisten en Trappistinnen hebben deze praktijk goed gekend, maar het kwam ook voor bij bijvoorbeeld Clarissen of Karmelietessen. Norbertijnen gebruikten de gebaren enkel in de refter. Sommige gebruiken worden tot vandaag in beperkte mate in ere gehouden, zoals bijvoorbeeld de reftergebaren.
PARCUM brengt deze en andere immaterieel erfgoedpraktijken en immateriële aspecten van het erfgoed in kaart in het kader van de integrale erfgoedbenadering.
Immaterieel erfgoed en immateriële aspecten van het erfgoed (verhalen en praktijken) uit het verleden zijn cruciaal om een erfgoedsite te kunnen begrijpen. Dankzij het immaterieel erfgoed krijgen roerend en onroerend erfgoed een extra betekenislaag. De studie van de immaterieel erfgoedwaarden geeft een dieper inzicht in het wezen van een religieuze plek en wijst de weg naar de ziel ervan.
Ook benieuwd naar de verhalen van jouw religieuze plek? Neem dan vrijblijvend contact op met PARCUM voor advies over het in kaart brengen van de verhalen van de plek.
Andere interessante blogartikels
17 oktober: Internationale dag van het Immaterieel Erfgoed
Vandaag is de allereerste Internationale Dag van het Immaterieel Erfgoed. Daarom maakte Werkplaats immaterieel erfgoed een video die de rijkdom en diversiteit van ons immaterieel erfgoed in Vlaanderen in beeld brengt.
Meesters in Verbeelding: Meesterverhaal
Recent lanceerden we de Meestertocht 'Meesters in Verbeelding'. Deze toeristische route kadert binnen het project Vlaamse Meesters op hun Plek, een initiatief van Toerisme Vlaanderen, in samenwerking met Openbaar Kunstbezit Vlaanderen (OKV). Naast de reeks kortverhalen die je ter plekke kan beluisteren, ontwikkelden we een uitgebreider audiofragment, het 'Meesterverhaal', dat integraal online te beluisteren valt.