Marie bellando mitjans 1 Zqu M1n8 G2 M unsplash

Bidden zonder ophouden. Het getijdengebed als immaterieel erfgoed

8 november 2022
Geschreven door Julie Aerts

Wat is immaterieel erfgoed?

Immaterieel erfgoed is levend erfgoed. Het zijn praktijken, tradities en gewoonten die wortels hebben in het verleden, vandaag worden uitgeoefend en worden doorgegeven aan toekomstige generaties. Ook kloosters en abdijen hebben een grote rijkdom aan tradities en praktijken. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het getijdengebed, traditionele recepten, het luiden van de klokken of muzikale tradities. Veel van deze praktijken zijn eeuwenoud en hebben ook vandaag nog betekenis. Immaterieel erfgoed van kloosters en abdijen is bijvoorbeeld een inspiratiebron voor wie op zoek is naar stilte, een soberder leven in harmonie met de natuur wil leiden of houdt van een eerlijke en authentieke keuken.

Bidden voor de wereld

In deze bijdrage zoemen we in op een praktijk die tot de kern van het kerkelijk leven behoort: het getijdengebed, ook wel eens ‘goddelijk officie’, ‘koorgebed’ of ‘breviergebed’ genoemd. Het getijdengebed vindt zijn oorsprong in het joodse gebed waarbij de priesters ’s ochtends en ’s avonds een offer opdroegen. De aansporing om ‘zonder ophouden te bidden’ is terug te voeren op het Lucasevangelie en verschillende teksten uit de Brieven van Paulus. Het getijdengebed wordt iedereen aanbevolen en is verplicht voor geestelijken en kloosterlingen. Voor hen vormt het de corebusiness. Door middel van het getijdengebed bidden zij voor de wereld en zijn ze op bijzondere wijze met de wereld verbonden. Sinds het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) wordt het bidden van het getijdengebed ook aan leken aanbevolen.

Het getijdengebed wordt gemeenschappelijk of privaat gebeden. Het gemeenschappelijk bidden van het getijdengebed gebeurt vooral in kloostergemeenschappen behorend tot de middeleeuwse ordes. Heel het dagritme is erop afgestemd. Het kan worden gezongen, gereciteerd of gewoon gezegd. Het getijdengebed bestaat uit psalmen, maar het bevat ook andere gebeden, hymnes, schriftlezingen en antifonen. In de loop der eeuwen kreeg het een vaste structuur, die regelmatig aangepast werd doorheen de tijden. In psalm 119 wordt er gezegd ‘Ik prijs U zevenmaal per dag’ waaruit de gewoonte ontstond in kloosters om zeven keer per dag het officie te bidden. De psalmen vormen een essentieel deel van het getijdengebed. Het zijn beurtzangen, afkomstig uit het Boek der Psalmen uit het Oude Testament. Ze omvatten een rijk scala aan menselijke gevoelens zoals vreugde, dankzegging of lofprijzing maar ook klacht, woede en angst.

Abdij van Averbode
Abdij van Averbode
Alexander Kerkhof
Alexander Kerkhof

"Aan het eind van zijn Latijn"

Aanvankelijk werden de 150 psalmen gespreid over één week. De laatste grote aanpassing gebeurde na het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965). Zo werden onder andere de psalmen over vier weken verdeeld en kreeg de volkstaal een grotere plaats in de liturgie. Het getijdengebed werd niet meer standaard in het Latijn, maar eveneens in de volkstaal gebeden.

Op tijd en stond

Hoewel het getijdengebed een gemeenschappelijke structuur heeft, wordt de praktijk anders ingevuld door verschillende gemeenschappen en groepen naargelang hun eigen spiritualiteit en charisma. Niet alle gemeenschappen bidden alle ‘uren’ of onderdelen van het getijdengebed. Sommige uren worden samengevoegd of privaat gebeden.

  • De lauden of morgendienst vindt aan het begin van de dag plaats. ‘Lauden’ komt van het Latijn ‘laudare’ en betekent ‘loven’. Het is dus een lofgebed. Op vrijdag is de eerste psalm van de lauden een boetepsalm. Dit is een oproep tot bekering. Er zijn ook verwijzingen naar de schepping in de lauden. Omdat de lauden gewoonlijk bij zonsopgang gebeden worden, verwijst de hymne soms naar Christus als het Licht van de wereld.
  • De kleine uren zijn korte gebedsdiensten waarbij gedurende de dag opnieuw verbinding met de kern van het monastieke leven wordt gezocht. Gewoonlijk worden de kleine uren enkel gebeden in contemplatieve gemeenschappen. Ze bestaan uit een hymne, drie psalmen, een korte tekst uit de Bijbel en een slotgebed. De terts wordt op het derde uur (meestal rond 9u in de ochtend) gebeden. De sext of het zesde uur wordt voor het middageten gebeden. Het is het uur van de kruisiging van Christus. Dit gebed sluit nauw aan bij de noon of het negende uur dat aan het begin van de namiddag wordt gebeden. De noon herdenkt de kruisdood van Christus. De priem, in de vroege ochtend, werd na Vaticanum II afgeschaft. Enkel de kartuizers en kartuizerinnen bidden de priem nog.
  • De vespers of het avondgebed worden aan het begin van de avond gebeden. Het woord ‘vespers’ komt van het Grieks (h)espera wat ‘avond’ betekent. De vespers bestaan uit dankzegging en smeekgebed. Op het einde van de vespers wordt het Magnificat gebeden. Dit is een loflied van Maria.
  • De dag wordt afgesloten met de completen of dagsluiting. Het woord ‘completen’ komt van het Latijn ‘completorium’ en betekent ‘vervulling’. Het is een moment van terugkijken op de voorbije dag en zegen vragen voor de komende nacht.
Alexander Kerkhof
Alexander Kerkhof

Een geregistreerde praktijk

Het getijdengebed wordt bij verschillende gemeenschappen op verschillende wijzen ingevuld. PARCUM registreerde enkele voorbeelden via het Platform Immaterieel Erfgoed. Een eerste voorbeeld betreft het getijdengebed in de Abdij van Averbode. In de Norbertijnenabdij van Averbode (°1134) wordt het getijdengebed sinds het begin gebeden. Vandaag komt de abdijgemeenschap van Averbode drie keer per dag samen om te bidden: ’s morgens om zeven uur, op het middaguur en ’s avonds om zes uur. De Abdij van Averbode heeft een eigen YouTube kanaal waarop de gregoriaanse vespers op zon- en feestdagen kunnen gevolgd worden.

Ook de Benedictijnen van Keizersberg in Leuven registreerden hun getijdengebed op het Platform Immaterieel Erfgoed met hulp van PARCUM. Net zoals de Zusters Trappistinnen van de Abdij Onze Lieve Vrouw Nazareth in Brecht.

Het getijdengebed komt niet enkel in de rooms-katholieke eredienst voor, ook in de anglicaanse kerk wordt deze praktijk beleefd onder de vorm van de Choral Evensong. Daarnaast wordt de praktijk meer en meer door leken beoefend, en dit zowel individueel als in groep.

Abdij van Averbode
Abdij van Averbode

Ken jij nog (andere) getijdengebeden?

De genoemde getijdengebeden zijn maar enkele voorbeelden van gemeenschappen waar het getijdengebed wordt beleefd. Ken jij nog andere gemeenschappen die het getijdengebed beoefenen en waar bijzondere kenmerken aan verbonden zijn? Heb je weet van een lekengemeenschap die deze praktijk levend houdt? Laat het ons dan weten!

Julie Aerts

Julie Aerts

Adviseur religieus erfgoed

Andere interessante blogartikels