Marie bellando mitjans 1 Zqu M1n8 G2 M unsplash

In gesprek met Warda Van Haesendonck van de rooms-katholieke eredienst

26 februari 2021
Geschreven door Julie Aerts

Vlaanderen telt meer en meer diverse geloofsgemeenschappen. Die diversiteit betekent ook een boeiende en gevarieerde mix van erfgoed: gebouwen, objecten, archieven, bibliotheken en immaterieel erfgoed. Zorg en aandacht voor het religieus erfgoed zijn belangrijk. Zowel voor de geloofsgemeenschappen zelf als voor de bredere samenleving. Maar ook dialoog over dit erfgoed moet opgestart worden. Kennis van elkaars erfgoed stimuleert meerstemmigheid, inclusie en wederzijds begrip. Met het project 'Hemelsbreed. Divers religieus erfgoed in Vlaanderen' brachten KADOC-KU Leuven en PARCUM de erfgoednoden van de erkende erediensten in. Ook de dialoog tussen diverse bevolkingsgroepen startten zij op.

In een reeks van zes getuigenissen laten we elke week iemand van een erkende eredienst aan het woord. Ontdek het verhaal achter twee staven, een gebedsmat, een deurkokertje, een icoon, een kruis en een afroepboek. Deze week: Warda Van Haesendonck van de rooms-katholieke eredienst.

De getuigenissen verschenen eerder in Koorts. Erfgoedmagazine van KADOC.

Een tijdreis naar de begindagen van de parochie

Warda Van Haesendonck is actief in de parochiefederatie Zemst, een samenwerkingsverband van zes rooms-katholieke parochies. Ze is er onder andere mee verantwoordelijk voor de coördinatie van de catechese. In 2019 startte ze met de inventarisatie van het archief van de parochie en de kerkfabriek Zemst-Laar. ‘De heemkundige kring De Semse wees ons op het belang van dat rijke archief. Samen met heemkundige Rita Malfliet ging ik aan de slag.’ Het archiefwerk, dat stilaan zijn eindpunt nadert, bleek bijzonder boeiend. ‘Rita en ik zagen de geschiedenis van de parochie als het ware aan ons voorbijtrekken.'

Het gehucht Laar hoorde oorspronkelijk bij de Sint-Pietersparochie van Zemst. ‘Dat was toch wel een eind stappen voor de inwoners. Ze durfden al eens een misviering over te slaan.’ In 1867 kregen de Larenaren een eigen parochie, met Felix Schoeters als eerste pastoor. ‘Hij zette zijn schouders onder de uitbouw van de jonge parochie. Er werd een kerk gebouwd en een rijk verenigingsleven kwam tot bloei. In 1874 startten de parochianen zelfs met een voetbedevaart naar Scherpenheuvel, die nog ieder jaar plaatsvindt.’ De nieuwe parochie kreeg twee patroonheiligen: Sint-Engelbertus en Sint-Bernardus. ‘Engelbertus was de patroonheilige van kardinaal Engelbert Sterckx, die als aartsbisschop van Mechelen de parochie oprichtte. Bernardus werd door de plaatselijke landbouwers vereerd als beschermer van het vee.’

© Layla Aerts
© Layla Aerts

Pastoor Schoeters hield het parochiearchief nauwgezet bij. ‘Er zijn veel notities van zijn hand bewaard’, aldus Warda. ‘Een heel bijzonder stuk voor ons is het oudste afroepboek van de parochie, toevallig ook het allereerste document dat we inventariseerden. In dat boek noteerde de pastoor in de periode 1867-1871 week na week de mededelingen die hij na zijn zondagspreek meegaf aan de parochianen.’ Het boek is wat getekend door de tand des tijds, maar door het mooie handschrift is alles gemakkelijk te lezen. ‘Dit archiefstuk brengt je echt terug naar de begindagen van de nieuwe parochie, toen een kapel dienstdeed als voorlopige kerk. Die eerste vieringen in hun eigen parochie, dat moet toch wel wat betekend hebben voor de mensen van Laar.’

HB META 3 israelitisch kopie

Hemelsbreed

Met het project Hemelsbreed slaan PARCUM en KADOC-KU Leuven de handen in elkaar. Het erfgoed van de verschillende erkende erediensten en hun specifieke noden werden in kaart gebracht. Het onderzoeksrapport zet de krijtlijnen voor toekomstige initiatieven van beide partners.

De kerkgangers kregen via de ‘afroepingen’ als het ware de agenda voor de komende week mee. De pastoor gaf hun een overzicht van geplande vieringen, maar ze vernamen bijvoorbeeld ook wanneer er biechtgelegenheid was, wanneer een processie zou uitgaan of welke aflaten ze konden bekomen. ‘Aan de hand van het afroepboek kan je het parochiale leven dag na dag volgen en zie je de nieuwe parochie gestalte krijgen’, vertelt Warda. ‘Zo vonden we terug wanneer de doopvont werd ingewijd en leerden we dat kanunnik Goossens, de latere aartsbisschop, op pinkstermaandag 1867 de kruisweg kwam inzegenen. In april 1868 volgde de inwijding van het kerkhof door de deken van Mechelen.'

Het afroepboek roept bij Warda ook jeugdherinneringen op. ‘Ik herinner me zulke afroepingen nog uit mijn jeugd. Vandaag is die traditie grotendeels verdwenen. Maar natuurlijk zijn er andere communicatiemiddelen voor in de plaats gekomen. De lokale pagina’s van het parochieblad zijn belangrijk, net als het internet. Via e-mail of onze website kunnen we de meeste parochianen gemakkelijk bereiken. Je zou die nieuwe media een beetje kunnen beschouwen als de afroepboeken van deze tijd.’

Dit artikel verscheen eerder in Koorts. Erfgoedmagazine van KADOC. 20#02
Werkten hieraan mee: Julie Aerts, Joris Colla, Karim Ettourki, Aaldert Prins en Sarah Van Eyken.

Andere interessante blogartikels